Wij werken op de Maasoever met de rekenmethode 'Wereld in getallen'. Deze methode is gebaseerd op thema's en houdt rekening met het niveau van iedere individuele leerling.

 

Dit leren en oefenen we in blok 4:

Oriëntatie op de getallen tot en met 100:

- tellen met sprongen van 10; 12, 22, 32 en 55, 45, 35

- vleksommen: 67= 60+..  en 43= 40+..

- tussen welke tientallen ligt het getal?

 

Optellen en aftrekken over het eerste tiental:

In het vorige blok zijn we begonnen met het handelend rekenen op het rekenrek naar kijkend rekenen.

Alleen het eerste getal wordt opgezet. In dit blok werken we verder naar automatisering van het optellen en aftrekken

over het eerste tiental (6+7; 14-6)

 

Optellen en aftrekken tot en met 100

- Optellen en aftrekken met tientallen ( 46+30, 87- 50)

  hierbij gebruiken we de kralenstang en de lege getallenlijn.

- Optellen en aftrekken over het tiental verder oefenen ( 66+8, 83-5)

  ook hierbij maken we gebruik van de lege getallenlijn.

 

De tafels van vermenigvuldiging:

- Tafel van 3

- Aandacht voor vermenigvuldigstrategieën (omkeren, halveren, verdubbelen, 1 meer of minder)

- Verhoudingstabel

 

Geld, tijd, meten en meetkunde

- herhaling 'gepast betalen' en 'hoeveel krijg je terug?'

 

Tijd:

- halve uren

- herhaling hele uren digitale klok, introductie halve uren digitale klok

 

 

 

 

 

Dit leren en oefenen we in blok 3:

Oriëntatie op de getallen tot en met 100:

- tellen met sprongen van 10; 12, 22, 32, 42   65,55,45,35

- verder en terugtellen tot 100, over tiental heen

- springen naar getal; nu ook "terug springen" Bijv. spring naar 77 = 8 sprongen van 10 en 3 huppen van 1 terug.

- "ongeveer" 40 of 50...44 is ongeveer 40, want dat ligt dichter bij de 40 dan bij de 50

 

Optellen en aftrekken over het eerste tiental:

- tot nu toe rekenrek mogen gebruiken en kralen mogen schuiven bij optellen en aftrekken,

  nu gaan we oefenen om alleen het eerste getal op te zetten en dan de handeling te "denken"

 

Optellen en aftrekken tot en met 100:

- nadruk op oriëntatie op getallen tot en met 100, nu met nadruk op sprongen van 10

- optellen en aftrekken over tiental (54+8 , 44-6). Hierbij gebruiken we een lege getallenlijn als ondersteuning

- aanvullen en afhalen tot een tiental

 

De tafels van vermenigvuldiging:

- de tafel van 5

- strategie van het omkeren van een keersom (5x4=4x5)

- strategie van het halveren (10x2= 20 dus 5x2= 10)

- strategie van het verdubbelen (2x5=10 dus 4x5=20)

- één minder: 10x5=50 dus 9x5=45

 

Geld, tijd, meten en meetkunde

- introductie van biljetten van 20, 50 en 100 euro

- geldbedragen tot100 euro gepast betalen

- uitrekenen hoeveel je terug krijgt

- namen en volgorde van de maanden

- aflezen maandkalender

-aflezen bijzondere dagen

-symmetrie

- blokkenbouwsels

- plattegronden

 

Dit leren en oefenen we in blok 2:

Oriëntatie op de getallen tot en met 100

- welk getal komt voor en na (bijv.) 43?

- welk getal is groter?

- ongeveer ... (afronden naar tiental, waar ligt het getal dichterbij? bijv. 63 is ongeveer 60 en 89 is ongeveer 90)

- springen naar een getal (sprong is 10, grote hup is 5, kleine hup is 1)

 

Optellen en aftrekken tot en met 20

- oefenen in automatiseren van splitsen, optellen en aftrekken tot 10

- optellen en aftrekken over eerste tiental (15-9 : eerst doen we 15-5, dat is 10. Dan moeten we er nog.. 9-5=4 van af halen,

  10-4=6, dus 15-9=6) Op het rekenrek worden verschillende strategiën aangeboden, waarbij de visuele ondersteuning helpt.

 

Optellen en aftrekken tot en met 100

- nadruk blijft liggen op de automatisering van optellen en aftrekken tot en met 10.

- oefenen tot 100 binnen de tientallen; 4+3, 14+3, 24+3 / 7-5, 17-5, 27-5

- 62= 60+ ...   88= ....+8

- voorbereiden aanvullen tot tiental en afhalen tot tiental (67+...=70 / 54-...=50)

 

Tafels

- tafels van 2 en 10

 

Geld, tijd, meten en meetkunde

- oefenen met hele uren op digitale klok

- leren aflezen welke digitale tijden er horen bij nacht, ochtend, middag en avond.

 

Meten

- introductie centimeter, oefenen met meten in cm, ook hoekige lijnen

- oriëntatie op wegen met kilogram (wat is lichter of zwaarder dan 1 kg)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nooit tijd om de tafels te oefenen? Nu wel hoor!!!!